Theoretisch heb je er twee nodig, maar in de praktijk nemen de meeste studenten er drie. Je hebt twee vakken nodig om het VWO-diploma te halen. Veel scholen bieden echter een derde cursus aan die niet vereist is voor het diploma, maar die je helpt om je voor te bereiden op vakken op universitair niveau. Deze extra cursus wordt meestal de "overbruggingscursus" of "voorbereidingscursus" genoemd.
Er is niet één antwoord op deze vraag, omdat het aantal vakken dat je nodig hebt om je vwo-diploma te halen, verschilt per school en individueel programma. De meeste vwo-programma's vereisen echter tussen de 12 en 16 vakken in totaal.
Voor het vwo-diploma heb je 10 vakken nodig. Op de website van het Ministerie van Onderwijs, OCW, kun je een lijst vinden van de vakken die nodig zijn voor het vwo. De website is in het Nederlands, maar je kunt Google Translate gebruiken om het in het Engels om te zetten. De vakken zijn onderverdeeld in vijf hoofdgebieden: taal, wiskunde, natuurwetenschappen, maatschappijleer en keuzevakken. Je moet vier vakken taalvaardigheid, drie vakken wiskunde, drie vakken natuurwetenschappen, twee vakken maatschappijleer en één keuzevak volgen. Naast deze verplichte vakken moeten alle studenten ook een cursus burgerschapsvorming volgen.