Het woord "huiswerk" komt van de Angelsaksische woorden "hām" en "wōrce", die letterlijk "huiswerk" betekenen. In het Latijn is het woord voor huiswerk "nōmen domi", wat "naam van het huis" betekent. In wezen is huiswerk dus werk dat thuis moet worden gedaan.
Er lijkt niet één Latijns woord te bestaan dat het idee van "huiswerk" weergeeft. Afhankelijk van de context zou men "munus", "labor", of "officium" kunnen gebruiken om zoiets als "plicht" of "taak" te betekenen. Bijvoorbeeld, de zin "Maak je huiswerk!" kan vertaald worden als "Munere tuo opera incumbit!" of "Labore solum tibi incumbit!" In het algemeen denk ik echter dat het goed is om te zeggen dat het Latijnse woord voor huiswerk gewoon elke taak is die aan leerlingen wordt opgedragen om buiten de les af te maken.
Er is niet één definitief antwoord op deze vraag, omdat de betekenis van "huiswerk" kan variëren, afhankelijk van de context. Een mogelijke interpretatie is echter dat "huiswerk" verwijst naar werk dat buiten het klaslokaal (d.w.z. thuis) moet worden gemaakt.