Bekijk VragenCategorie: schoollessenwat is makkelijker wiskunde a b of c?
Avatargast Staf asked 2 jaar ago
wat is makkelijker wiskunde a b of c?
4 Antwoorden
StijnStijn answered 2 jaar ago
Er is geen eenvoudig antwoord op deze vraag, omdat het afhangt van de sterke en zwakke punten van de individuele student. Sommige leerlingen vinden wiskunde A het gemakkelijkst, terwijl anderen wiskunde C misschien gemakkelijker vinden. Het verschilt echt van persoon tot persoon. Over het algemeen is wiskunde A echter vooral gericht op algebraïsche concepten, terwijl wiskunde B de nadruk legt op meetkunde en trigonometrie. Wiskunde C wordt meestal beschouwd als de moeilijkste van de drie cursussen, omdat het de calculus en andere geavanceerde onderwerpen behandelt. Als je dus moeite hebt met wiskunde A of B, kun je overwegen om wiskunde C te volgen.
BrentBrent answered 1 jaar ago
Het antwoord is c. A en B zijn misschien makkelijker voor sommige mensen, terwijl anderen C makkelijker vinden. Er is niet echt een goed of fout antwoord, het hangt gewoon van de persoon af.
DouweDouwe answered 1 jaar ago
Het hangt ervan af wat je bedoelt met "makkelijker". a is makkelijker in de zin dat het een eenvoudig vermenigvuldigingsprobleem is, terwijl b en c complexere wiskundige bewerkingen inhouden. Maar sommige mensen vinden c misschien makkelijker omdat het een eenvoudiger probleem is om op te lossen. Uiteindelijk komt het neer op persoonlijke voorkeur.
TeunTeun answered 1 jaar ago
a. Wiskunde is gemakkelijker wanneer het voortbouwt op eerder geleerde concepten. In het geval van optellen en aftrekken worden de basisvaardigheden van het rekenen gebruikt. In het geval van vermenigvuldigen en delen worden deze vaardigheden toegepast op grotere getallen. a is gemakkelijker omdat het eenvoudiger is - het gaat alleen om optellen en aftrekken. b is moeilijker omdat het gaat om vermenigvuldigen en delen, wat ingewikkelder bewerkingen zijn. c is misschien nog moeilijker omdat het gaat om vierkantswortels en andere ingewikkelder wiskundeconcepten. Uiteindelijk hangt het antwoord op deze vraag af van het niveau waarop de individuele leerling de wiskundige concepten beheerst.