Het eindexamen voor het vmbo is een uitgebreid examen dat alle in het programma bestudeerde onderwerpen omvat.
De vakken die tot het eindexamen van het vmbo behoren zijn Nederlands, wiskunde, Engels, een vreemde taal en één of twee andere vakken (meestal natuurwetenschappen).
Vakken die tot het eindexamen vmbo behoren zijn Nederlands, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie. In sommige gevallen biedt een school een extra taalexamen of een examen kunstvakken aan.
Het eindexamen van het vmbo is verdeeld in vier onderdelen: Nederlands (met de nadruk op spreken en schrijven), wiskunde, natuurwetenschappen, en maatschappijleer. Het examen duurt twee uur en wordt afgenomen in de vorm van een schriftelijke toets.
Er is geen definitief antwoord op deze vraag, omdat het Nederlandse onderwijssysteem vrij gedecentraliseerd is en scholen hun eigen leerplannen kunnen opstellen. In het algemeen zullen de eindexamens voor leerlingen van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) echter examens omvatten in het Nederlands, Engels, wiskunde en een of meer vreemde talen. Sommige scholen kunnen ook eisen dat leerlingen examens afleggen in geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer/burgerschap, biologie, scheikunde, natuurkunde en/of beeldende kunsten.
In Nederland wordt het eindexamen voor leerlingen in het vmbo het "eindexamen" genoemd. De onderwerpen waarover de leerlingen worden getoetst, verschillen per type vmbo. Er zijn drie soorten vmbo: de havo (hoger algemeen vormend onderwijs), dat leerlingen voorbereidt op een academische studie aan een universiteit of hbo-instelling; het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), dat voorbereidt op een academische studie aan een universiteit; en het middelbaar algemeen beroepsonderwijs (mbo), dat voorbereidt op een specifiek vak of beroep. Het eindexamen voor havo-leerlingen omvat examens Nederlands, wiskunde, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde en natuurwetenschappen.
Er is geen pasklaar antwoord op deze vraag, want de vakken die op het eindexamen voor een vmbo-diploma staan, verschillen per opleiding en school. In het algemeen zijn wiskunde, Nederlandse taal, natuurwetenschappen (biologie, scheikunde, natuurkunde), maatschappijleer en kunst en cultuur vakken die deel uitmaken van het eindexamen voor een vmbo-diploma.
De eindexamens van het VMBO bestaan uit Engels, Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde.
Het eindexamen vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) heeft betrekking op verschillende vakken, waaronder Nederlands, Engels, wiskunde en natuurwetenschappen. Sommige scholen kunnen ook examens afnemen voor andere vakken, zoals geschiedenis of aardrijkskunde. De precieze mix van examens varieert per school, maar alle leerlingen die eindexamen doen, moeten aantonen dat ze de academische kernvakken beheersen.
De vakken die tot het eindexamen van het vmbo behoren zijn Nederlands, wiskunde, natuurwetenschappen en maatschappijleer.
De eindexamens voor vmbo omvatten meestal vakken als wiskunde, natuurwetenschappen en Engels. De specifieke vakken die in het examen zijn opgenomen, kunnen echter variëren, afhankelijk van de school of instelling. Normaal gesproken moeten leerlingen alle vakken die ze het hele jaar hebben bestudeerd, halen om te slagen voor hun vmbo-examen.
Het eindexamen VMBO bestaat uit vier vakken: Nederlands, wiskunde, natuurkunde en maatschappijleer.
Het eindexamen voor het vmbo-diploma is Nederlands, Wiskunde en óf Biologie óf Scheikunde.
De vakken die tot het eindexamen VMBO behoren zijn Nederlands, wiskunde, Engels, een vreemde taal, geschiedenis of maatschappijleer en één kunstvak. De specifieke vakken die worden bestudeerd kunnen echter per school verschillen. Sommige scholen bieden bijvoorbeeld in plaats van geschiedenis of maatschappijleer een extra bètavak aan.
Het eindexamen vmbo is een uitgebreid examen waarin alle vakken die in het vmbo-programma zijn bestudeerd aan bod komen. Het gaat om Nederlands, wiskunde, natuurwetenschappen, maatschappijleer en Engels.