wie heeft wiskunde verzonnen?

Niemand heeft wiskunde verzonnen. Wiskunde is het resultaat van mensen die patronen in de natuurlijke wereld waarnemen en abstracties of modellen creëren om die patronen te verklaren. Toen prehistorische mensen bijvoorbeeld waarnamen dat de planeten op een bepaalde manier leken te bewegen, creëerden zij een model (wiskunde) om die beweging te verklaren.

Dit is een nogal beladen vraag, want er is niet één specifiek antwoord. In het kort komt het erop neer dat wiskunde al bestaat sinds de eerste mensen begonnen te tellen en de wereld om hen heen probeerden te begrijpen. De oorsprong van de wiskunde gaat terug tot het oude Griekenland, waar wiskundigen als Pythagoras en Euclides belangrijke vorderingen maakten op dit gebied. Het duurde echter tot de Renaissance voordat wiskundige concepten echt vorm begonnen te krijgen en geformaliseerd werden. Hoogtepunten uit deze periode zijn onder meer het werk van wiskundigen als René Descartes en Isaac Newton, die de basis legden voor de calculus en andere moderne takken van de wiskunde.

Wiskunde is een logisch systeem dat tot stand komt door deductie. Het is niet iets dat iemand verzonnen heeft, maar iets dat ontdekt is.

De eerste wiskunde bestond waarschijnlijk uit tellen, met behulp van vingers en tenen. Andere vroege wiskunde omvatte waarschijnlijk metingen van afstand, tijd en volume. We weten niet wie de wiskunde heeft uitgevonden, maar ze werd over een lange periode door veel verschillende mensen ontwikkeld.

De Sumeriërs. Rond 2.500 voor Christus ontwikkelden de Sumeriërs een getallenstelsel gebaseerd op 60. Dit getallenstelsel werd later overgenomen door de Babyloniërs en de Egyptenaren. Zij gaven het op hun beurt door aan de Grieken, die er de huidige wiskunde van maakten.

niemand heeft wiskunde verzonnen. Wiskunde is een tak van wetenschap die zich bezighoudt met de meting, eigenschappen en relaties van grootheden. Het is een empirische wetenschap, die zich ontwikkelt door observatie en experimenten. De eerste sporen van wiskundige kennis zijn te vinden in het oude Egypte en Babylonië, waar men rekenkunde gebruikte om praktische problemen op te lossen, zoals handel en belastingen. De Grieken ontwikkelden meetkunde en algebra, die de basis legden voor de moderne wiskunde. De wiskunde bleef zich door de eeuwen heen ontwikkelen, waarbij in de 18e eeuw nieuwe takken zoals calculus ontstonden. Tegenwoordig wordt wiskunde op vrijwel elk gebied van wetenschap en techniek gebruikt.

De geschiedenis van de wiskunde is het verhaal van de voortdurende zoektocht naar meer en meer efficiënte methoden om wiskundige problemen op te lossen. De wiskunde zoals wij die nu kennen is voortgekomen uit het werk van vele oude wiskundigen.