De meeste scholen in de Verenigde Staten worden gefinancierd door een combinatie van staats- en federaal geld, waarbij de verhouding afhangt van de staat en het district. In sommige staten, zoals Californië, spelen ook lokale eigendomsbelastingen een rol bij de financiering van scholen. Het federale geld komt uit verschillende bronnen. De grootste bron is Titel I, die wordt toegekend aan scholen met een hoog percentage leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen. Andere federale bronnen van onderwijsfinanciering zijn subsidies voor speciaal onderwijs, subsidies voor tweetalig onderwijs en fondsen voor schoolverbetering. Staatsgeld komt uit verschillende bronnen, waaronder inkomstenbelasting, omzetbelasting en loterijopbrengsten.
Scholen ontvangen geld van de overheid in de vorm van subsidies, die aan scholen worden toegekend op basis van verschillende factoren, waaronder het aantal ingeschreven leerlingen en de mate van armoede in het schooldistrict. Daarnaast kunnen scholen ook geld ontvangen van particuliere donateurs, bedrijven of andere organisaties.
Scholen krijgen geld van de overheid in de vorm van subsidies, die de school kan gebruiken voor verschillende doeleinden, zoals de salarissen van leraren, schoolboeken voor leerlingen en het onderhoud van het schoolgebouw. Daarnaast vragen veel scholen ook schoolgeld om een deel van hun kosten te dekken.
Scholen kunnen op verschillende manieren aan geld komen. De meest gebruikelijke manier is via staats- en federale financiering. Dit geld wordt aan de school gegeven om de kosten van het onderwijs te helpen dekken. Scholen zamelen ook vaak geld in via inzamelingsacties of door schoolgeld te vragen.